Telecom operatoren: Woordenlijst
ADSL: Staat voor Asymmetric Digital Subscriber Line en is een technologie voor de verbinding met internet. De technologie wordt gekarakteriseerd door een asymmetrische download- en uploadsnelheid.
Box : Algemene term voor het materiaal dat wordt geleverd door de Telecom provider waarmee de klant zijn internet, televisie en telefoonverbinding mee bewerkstelligd. Het gaat doorgaans om een klein plat kastje.
IP: Staat voor Internet Protocol. een deel van het systeem dat gebruikt wordt om computernetwerken te laten communiceren op netwerken, zoals internet.
IPBX: Staat voor Internet Private Branch eXchange. Dit is een bedrijfscentrale die verbindingen tot stand kan brengen voor telefoontoestellen binnen dat bedrijf. Deze telefoonverbindingen zijn op VoIP (Voice over IP) gebaseerd.
IP centrex:Dit is een telefooncentrale van het type IPBX, welke geheel extern wordt beheerd door een Telecom provider.
PABX: Staat voor Private Automatic Branch eXchange. Dit is een telefooncentrale die zowel privé als binnen een bedrijf gebruikt kan worden. Er kunnen meerdere telefoontoestellen op worden aangesloten (tot enkele duizenden).
Packs: Packs worden aangeboden door Telecom providers en bieden een gecombineerd abonnement voor vaste telefonie en/of mobiele telefonie en/of internet en/of televisie.
SDSL: Staat voor Symmetric Digital Subscriber Line en is een technologie voor de verbinding met internet. De technologie wordt gekarakteriseerd door een symmetrische download- en uploadsnelheid.
SIP: Staat voor Session Initiation Protocol. dit is een protocol om multimediacommunicatie tot stand te brengen en wordt onder andere gebruikt voor VoIP.
ToIP: Staat voor Telephony over IP. Dit is telefonie via internet.
VDSL: Staat voor Very-hihg-bitrate Digital Subscriber Line. Dit is een snellere opvolger van ADSL.
VoIP: Staat voor Voice over IP en is een techniek die het mogelijk maakt om spraak over IP te verplaatsen.