Vergelijk en Kies Uw Incassobureau!
Incasso: Wat is gerechtelijke invordering?
Als een schuldenaar niet ingaat op een minnelijke invordering, of als hij niet reageert, kan een schuldeiser kiezen om over te gaan tot de gerechtelijke invordering. Let wel: deze invordering wordt pas mogelijk nadat u een zogenaamde uitvoerbare titel hebt bekomen (zoals een vonnis van de rechtbank, een bepaalde akte, document of contract dat dezelfde kracht heeft als een vonnis (zoals een notariële akte opgemaakt bij het afsluiten van een hypothecair krediet)). Voor een vonnis dat uitvoerbaar is via rechtsdwang, zal eerst een procedure voor de rechtbank moeten worden gevoerd door een advocaat (of de schuldeiser zelf).
Zo verloopt een gerechtelijke invordering die wordt opgestart via de rechtbank
1) De ingebrekestelling
Een gerechtsdeurwaarder of advocaat zendt een aanmaningsbrief om de debiteur aan te zetten tot betaling van zijn/haar schulden. Als hij/zij niet reageert, zal een dagvaarding volgen.
2) Dagvaarding (of het verzoekschrift)
De dagvaarding is een akte die aan de debiteur moet bekendgemaakt worden door de gerechtsdeurwaarder. Het verzoekschrift wordt dan weer aan de schuldenaar bekendgemaakt door de griffie van de rechtbank. Het komt erop neer dat de schuldenaar opgeroepen wordt om voor de rechter te verschijnen.
3) Het vonnis van de rechtbank
De rechtbank zal een vonnis vellen. De schuldenaar kan een advocaat nemen om zijn zaak te verdedigen. Als die schuldenaar niet aanwezig is, kan de rechter een vonnis bij verstek vellen. Hoe dan ook: de schuldeiser neemt best ook een advocaat onder de arm. En ook hierbij kan een incassobureau helpen.
4) De betekening van het vonnis
Een gerechtsdeurwaarder maakt het vonnis officieel bekend aan de schuldenaar.
5) Verzet of beroep
Gaat de schuldenaar niet akkoord met het vonnis, dan kan hij/zij ertegen in verzet gaan, of in beroep. Hiervoor geldt wel een bepaalde termijn na de betekening van het vonnis.
6) Het bevel tot betalen
Tekent de schuldenaar geen beroep aan tegen het vonnis, dan is het bevel tot betalen de ultieme aanmaning van de gerechtsdeurwaarder. Als de schuldenaar nu niet tot een akkoord komt met zijn/haar schuldeiser of niet betaalt, dan kan een gerechtsdeurwaarder al na een dag een beslag uitvoeren. Het bevel tot betalen wordt vaak samen met de betekening van het vonnis gegeven.
Wat te doen als uw debiteur failliet gaat?
Als uw debiteur failliet wordt verklaard, dan verliest hij het beheer over al zijn/haar goederen. De curator wordt dan belast met het beheer, en dus ook met de afhandeling van de schulden. En dat heeft heel wat gevolgen voor u als schuldeiser. Ook hier kan het incassobureau u bijstaan met nuttig advies. Dat geldt ook in het geval dat uw debiteur in het buitenland werkt, woont of verblijft.
Wanneer is een beslag mogelijk?
De schuldeiser kan de toestemming krijgen van de rechter om een bewarend beslag uit te voeren. U kunt ook aansturen op een vonnis waarmee u zich kan wenden tot een gerechtsdeurwaarder. U brengt dan officieel de schuldenaar op de hoogte van de gerechtelijke beslissing. Als hij/zij niet reageert, zendt de deurwaarder een bevel tot betaling. Als er nog steeds geen reactie komt, kan hij overgaan tot uitvoerend beslag op de goederen of het loon van de schuldenaar.
De deurwaarder kan evenwel niet alles in beslag nemen. Bedden, linnengoed, linnenkasten, fornuis, koelkast, wasmachine, tafel en stoelen van de eetkamer, toestellen voor verwarming en verlichting mogen niet in beslag worden genomen. Net zoals voorwerpen die nodig zijn voor de kinderen en hun studies, gezelschapsdieren en zaken die essentieel zijn voor de uitoefening van het beroep.
Een schuldeiser kan zich ook wenden tot de werkgever van de schuldenaar of de instelling die hem/haar uitbetaalt om op het loon of vervangingsinkomen beslag te laten leggen. Ook hier zijn beperkingen.
Grensbedragen van het loonbeslag (op 1 januari 2013):
onder €1059 kan men geen enkel beslag leggen
op de schijf van €1059 tot €1138: 20% (= maximum van €15,20)
op de schijf van €1138 tot €1255: 30% (= maximum van €34,50)
op de schijf van €1255 tot €1373: 40% (= maximum van €46,40)
meer dan €1.373: 100%
Grensbedragen van het beslag op een vervangingsinkomen (op 1 januari 2013):
onder €1059: geen beslag mogelijk
op de schijf van €1059 tot €1138: 20% (= maximum van €15,20)
op de schijf van €1138 tot €1373: 40% (= maximum van €92,40)
meer dan €1373: 100%